- vastlopen
- {{vastlopen}}{{/term}}1 [in zijn beweging gestuit worden] (get) jam(med) 〈machine, motor〉; (get) jam(med), (get/be) snarl(ed) up 〈verkeer〉; 〈in de modder〉 get bogged down2 [figuurlijk] get stuck ⇒ be bogged down♦voorbeelden:1 het schip is vastgelopen • the ship has run aground2 de onderhandelingen zijn vastgelopen • negotiations have reached a deadlock
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.